dinsdag 15 mei 2012

NIEUW: "Bleu Blanc Rouge. Reis door Frankrijk in 80 vragen"

10 EUR
Het is een stevig jaar geweest. Als klap op de vuurpijl zei mijn uitgever Harold Polis me: “Bart, vooraleer je twee jaar in stilte aan een nieuw dik boek gaat werken, moet je nu eerst nog een klein boekje maken”. Ik keek hem meewarig aan. “Je mag doen wat je wilt, je krijgt carte blanche”. Ik zweeg. “Honderd bladzijden, ze zijn helemaal van jou. Zie het als een afsluiter van alle Frankrijkboeken die je schreef. Een frivool punt achter tien jaar schrijverschap.” Hij was de deur nog niet uit of kreeg ik het het idee om een “reis door Frankrijk in 80 vragen" te maken. Hieronder kunt u grasduinen in de vragen en de inleiding van het boek lezen.

Het is goed geweest. De deuren gaan nu dicht. Ik ga me in iets geheel nieuws storten, uiteraard verankerd in Franse gronden, maar toch anders dan tevoren. In die zin is er een cyclus afgewerkt, en vormt Bleu Blanc Rouge een pretentieloze, maar hopelijk bekoorlijke afsluiter.


- Wie is de ontbrekende schakel tussen Karel de Grote, Serge Gainsbourg, Frank Sinatra en een blowjob?
- Waarom zijn de kilometers in Frankrijk korter dan in andere landen?
- Is steak frites een Belgische, Engelse of Franse specialiteit?
- Wat hebben een Franse fistel en het Engelse volkslied met elkaar te maken?
- Waarom is slechte camembert beter dan goede?
- Bestaat er ook zoiets als een Franse kannibalenkeuken?
- Wat is de invloed van het Nederlands op de Franse verleidingskunsten?
- EN VEEL MEER: voor een overzicht van alle vragen, klik HIER.


Hieronder het voorwoord
(enfin, eigenlijk de 'voorvraag').

Hoe kun je een betweterige fransoos de mond snoeren?

Ik was de kinderbroek nog niet ontgroeid, maar ik weet het nog als de dag van gisteren. We zouden met de schoolbus naar Frankrijk gaan. Frankrijk, het land van Asterix, het land van rode wijn en witte kazen, het land van ‘bonzjoer’ en ‘komaansava’. Dagenlang gonsden de vragen in mijn hoofd. Hoe ziet Frankrijk eruit? Is het ver rijden? Wat is dat juist, de grens oversteken? Maar één vraag domineerde alle andere: hoe zal het Frans uit mijn mond klinken? In mijn geest was het immers een uitgemaakte zaak dat als je de grens oversteekt je automatisch een andere taal begint te spreken. Eindelijk zou ik al mijn vragen in het Frans kunnen stellen.

Mijn moeder smeerde boterhammetjes, mijn vader zette me af aan school en de bus nam iedereen mee. Na een uur dook de grens op. Dat wist ik omdat ik het al tien keer gevraagd had aan de meester. Hij wees naar een verkeersbord dat het einde van België aankondigde. Mijn hart klopte in mijn keel. Nu zou het gebeuren. In plaats van te versnellen, zoals ik het me had voorgesteld, ging de chauffeur op de rem staan en schoven we met een slakkengang voorbij een klein huisje waar iemand gebaarde dat we mochten doorrijden. Toen kregen we weer vaart. Ik voelde iets kriebelen in mijn keel. Weldra zou ik Franse klanken produceren.

Maar ik zweeg nog even. Ik zocht naar de juiste vraag. Die borrelde uiteindelijk in me op. ‘Wat staat er op dat bord?’ vroeg ik aan de meester. En ik wees naar een uit de kluiten gewassen bruine plaat met witte letters. ‘Bienvenue en France’, zei de meester. Hij schrok toen hij de tranen in mijn ogen zag. ‘Dat wil gewoon zeggen dat ze ons hier welkom heten’, stelde hij me gerust. Hij streelde over mijn bol. Het kon niet verhinderen dat ik stamelend uitbracht dat ik nog altijd Nederlands (nu ja, Kempisch) sprak. Hij keek me verrast aan. ‘Maar we zijn toch in Frankrijk’, hield ik vol. Dat kon de meester niet ontkennen. ‘En toch spreek ik geen Frans.’ Hij schoot in de lach. Toen begon ik hem uit te vragen over de Franse taal. Als jonge snotaap stelde ik meer vragen dan hij antwoorden had.

Al wat we weten, is het gevolg van onwetendheid en nieuwsgierigheid. ‘Iemand die vragen stelt, neemt het risico om gedurende vijf minuten voor dommerik te worden versleten. Iemand die nooit vragen stelt, zal levenslang dom zijn’, zo luidt een Chinees spreekwoord. In de loop der jaren ben ik dan ook volop vragen blijven afvuren. In het hoger middelbaar verplichtte ik mijn leraar Frans om dagelijks diep in zijn geheugen te graaien. Neen, meneer Geudens verschool zich niet achter het leerprogramma. Hij praatte honderduit en wees zo de weg naar de Franse cultuur, een universum dat ik meteen als het mijne herkende. Ook nu bleven sommige vragen onbeantwoord, maar ik wist tenminste waar ik moest zoeken.

Mijn onwetendheid ligt aan de basis van alle boeken die ik schreef. Schrijven is een gouden weg naar kennis. Vandaag tors ik een berg aan ogenschijnlijk nutteloze wetenswaardigheden mee, die evenwel vaak de deur openen naar pertinente inzichten. De vragensteller in mij is niet dood. Nog steeds vul ik ga- ten in mijn cultuur gretig op door de nieuwsgierigaard uit te hangen, maar tegelijkertijd is er een nieuwe dimensie bij gekomen: die van de olijke quizmaster. Franse vrienden val ik maar al te graag lastig met bizarre vragen. Het is sterker dan mezelf. Of ze me kunnen vertellen hoe het komt dat de allereerste officiële Franse zin uit de geschiedenis door een Duitser werd uitgesproken? (‘Eerste zin? Een Duitser?’) Weten ze eigenlijk wel waarom brie en camembert zo hard op elkaar lijken? (‘Daar is ie weer.’) En in welk jaar, in welke straat en waarom werd Hendrik IV al weer vermoord? (‘Merde alors, een rare jongen, die Vlaming.’) En of ze weten dat Victor Hugo ooit gesprekken voerde met Shakespeare? Aanvankelijk keken ze me verwonderd aan, maar vandaag amuseren ze zich kostelijk met die on- ophoudelijke francofiele vraagzucht.

De tachtig vragen in dit boek kunnen worden gezien als een associatief anekdotenfestival, een schalkse samenvatting van jaren gallofiele pret, een alternatieve rondleiding door de Franse cultuur. Voorop gaat een gids die vragen stelt en de antwoorden geeft die hij door de jaren heen bij elkaar heeft gepuzzeld. Na de lectuur van dit boekje zult u niet op magische wijze vloeiend Frans beginnen spreken, maar tijdens uw volgende reis kunt u met de juiste vraag elke betweterige fransoos ongetwijfeld de mond snoeren.

Bart Van Loo
La Madeleine & Antwerpen
Winter 2012

Bleu Blanc Rouge. Een reis door Frankrijk in 80 vragen
De Bezige Bij Antwerpen, 128 pagina's, 10 EUR. 

Geen opmerkingen: